Metingen

We hebben de metingen uitgevoerd met twee verschillende waterniveausensoren.
De eerste reeks metingen werd gedaan met de sensor die het minst functioneerde.
De tweede reeks metingen werd uitgevoerd met de sensor die het best functioneerde.

Eerste reeks metingen:   

Kort besluit (de gemiddelden):

• Bij waarneming 2 zien we dat de sensorwaarde het hoogst is bij het koude water (328) en het laagst is bij het warm water (310).
• Bij waarneming 3 zien we dat de sensorwaarde het hoogst is bij het koude water (327) en het laagst is bij het zoutwater (303).
• Bij waarneming 4 zien we dat de sensorwaarde het hoogst is bij het warme water (348) en het laagst bij het koude water en zoutwater (305).

Je merkt dat de sensor erg gevoelig is, omdat de sensorwaarden sterk veranderen.

Tweede reeks metingen: 

Kort besluit (de gemiddelden):

• Bij waarneming 2 zien we dat de sensorwaarde het hoogst is bij het koude water (326) en het laagst is bij het zoutwater (307).
• Bij waarneming 3 zien we dat de sensorwaarde het hoogst is bij het warme water (311) en het laagst is bij het koude water (301).
• Bij waarneming 4 zien we dat de sensorwaarde het hoogst is bij het zoutwater (308) en het laagst is bij het koude water (278).

Ook hier merk je dat de sensor erg gevoelig is, omdat de sensorwaarden duidelijk veranderen. Ze schommelen wel minder sterk dan bij de eerste sensor.

Het is moeilijk om precies te zeggen waarom de sensorwaarde, bijvoorbeeld bij koud water hoger of lager is dan bij warm water, omdat de metingen sterk schommelen en waarschijnlijk niet nauwkeurig zijn.